De winter is voorbij. Als je de meteorologen tenminste moet geloven. Maar in de tuin vriest het in de nacht nog flink. Toch staan er al weer verschillende bloemen te schitteren. Wachtend tot de ochtendzon het laatste ijs van de blaadjes heeft doen verdwijnen.
De sneeuwklokjes en de krokussen staan al langer te ‘shinen’. Maar vandaag zag ik dat ook de anemoon haar kopje boven de grond heeft gestoken. Ik werd er helemaal vrolijk van en wilde meer van het plantje weten. Ik ging haar eens goed bekijken.
Handjes
De anemoon blijkt een bescheiden plantje. Zij staat laag bij de grond en als zij niet van die mooie blauwe bloemen had gekregen, zou zij amper opvallen tussen het andere groen. De fragiele bloemblaadjes vallen precies over elkaar en vormen zo een mooie kelk.
Maar wat mij het meeste verwonderde waren de blaadjes van de anemoon. Komend vanuit de ‘behaarde’ stengel, lijken het wel handjes. De uitgesneden vingers schijnen het licht uit te nodigen binnenin de plant te treden. ‘Kom maar op met die zon’, lijken deze in drieën geplaatste zonnevangers te willen zeggen. En dan pas opent de kelk zich en laat de anemoon haar ultieme schoonheid zien. Wat een plaatje.
